zaterdag 11 oktober 2008

Weer mam

Na jarenlange omzwervingen is ie weer terug.
Terug op het honk.

"Mam, ik ga weer terug naar school en ik heb hulp nodig."

Jarenlang heb ik gebeden, gehoopt, gewenst om deze woorden te horen.
Jaren waarin heel veel is gebeurd.
Jaren van verdwalen in criminaliteit, blauwemaandagbaantjes achter de lopende band of in magazijnen, van kamertje, via kamer naar flat tot ontruiming. Een handjevol goeie vrienden en heel veel foute. Steeds magerder...
"Ik heb hulp nodig", waren woorden die hij jarenlang niet uit kon spreken, in de veronderstelling dat er toch niemand voor hem was.
Na de ontruiming alweer bijna een jaar op een piepklein kamertje in het gezin van pa.
En ik zat hier in een groot, leeg huis, te proberen me 'n beeld te vormen van het leven van mijn zoon, met behulp van soms maandelijkse updates. Updates boordevol ambitieuze plannen, afgewisseld met mislukkingen en ontslag.
"Kun je mij even wat voorschieten", de meest gebezigde zin, naast: "Ik ben weer stom geweest".

"Mam, ik ga weer naar school".

Eerst was er scepsis.
Wéér iets nieuws. Wéér wat anders proberen.
En ja, er moet weer voorgeschoten worden.
Herinnering roept weerstand op.

Maar hij lijkt zo blij! Verteld vol enthousiasme en vuur, waar 't eerder beredenerend was.
En hij heeft nu nog iets nodig: Ruimte.
Ruimte die ik heb. Ruimte die ik graag voor 'm wil maken.
Voor mij betekend het immers ook ruimte. Ruimte om 'm nu te kunnen bieden, wat ik toen niet geven kon. Steun, erkenning, waardering en vertrouwen.

De studeerkamer is in aanbouw.
De zolder inmiddels alweer gezellig vol.

Ook ik ben er vol van.
Zo blij ben ik! Dankbaar dat ik weer dagelijks deel uitmaak van zijn leven.

Met tranen in m'n ogen van trots lees ik in de krant over de nieuwste opleiding in Eindhoven. Mijn zoon zit daar op en 't past precies bij 'm.
Mijn hart stroomt vol met dankbaarheid en hoop en vult een leegte, waarvan ik niet wist dat die er zat.

Ik mocht mezelf al eerder vergeven dat ik een slechte moeder was.
Nu krijg ik een nieuwe kans.

23 jaar. M'n kindje woont weer thuis....

dinsdag 7 oktober 2008

Bestaat lotsbestemming?

Spelen we 'n rol in het grotere spel, of heeft eenieder de hoofdrol in z'n eigen toneelstuk?

Oftewel: Bestaat lotsbestemming?

Vroeger geloofde ik dat 't leven me overkwam en ik daar weinig of geen invloed op had. Ik was een speelbal van emoties en omstandigheden. Zwemmen of verzuipen. Strijden of ten onder gaan.

Toen kwam er een tijd dat ik geloofde dat je je leven in de hand kunt nemen en ALLES zelf kunt creëren. Je levenspad, je toekomst, je wereld. Een kwestie van focus, uitstippelen, wilskracht, gedachte- en doekracht.
Gewoon weten wat je wilt en dan doelen stellen, actie ondernemen, beetje visualiseren en hoppeteetje, je zet het Universum naar je hand.

Intussen heb ik het vermoeden dat er nog iets heel anders meespeelt.
Namelijk dat er ook iets is wat er wil zijn, zonder dat ik daar weet van heb en ik vraag me steeds vaker af:
Wat is nu eigenlijk de bedoeling?
Is er een speciale bedoeling? Van het leven. Mijn leven. Deze wereld. De mensheid..
En als er een bedoeling is, hoe kom ik er dan achter welke dat is? En moet ik dat dan wel willen weten? Of is het leven juist bedoeld om ons te verassen en kan ik beter gewoon eens leren luisteren,loslaten en vertrouwen?
Zou 't zo kunnen zijn, filosofeer ik dan, dat iedereen in deze wereld z'n eigen gereserveerde plekje heeft en dat we door onzichtbare krachten gestuurd en geholpen worden om daar te komen?
Is het misschien daarom dat we soms keihard ons best voor iets doen en het gewoon niet lukt? Terwijl er soms ineens, onverwacht iets in je schoot geworpen word, zonder dat je er wat voor hoeft te doen. Iets waardoor je een bepaalde richting in getrokken word; je zogezegd wind mee krijgt.
Want als dat zo is, strooien we met onze gefocuste wilskracht alleen maar roet in het eten en maken we het onszelf behoorlijk lastig.
Want -ben ik achter- al dat willen is mooi en aardig, maar het is ook een kunst om ruimte te kunnen laten voor wat er van nature wil zijn.

Waarom dit me zo bezighoud?
Ik maak het nu mee dat dingen me toe beginnen te vallen, die me zachtjes in een richting duwen. Vriendelijk. Alsof ze willen zeggen: kijk hier eens naar.., is dat niets voor je?
Het idee vraagt om een koersverandering en ik kan kiezen: stug tegen de stroom invaren of me overgeven en meedrijven.

Dus vraag me inmiddels af: Is er zoiets als 'het grote plan', waar we allemaal een rol in spelen? En roeien we niet tegen de richting in met ons eeuwige willen. Want wie is die 'ik', die alles wil bepalen? Eckart Tolle merkte het al zo mooi op: als er één willen vervult is, is ons brein er als de kippen bij om meer willens te produceren. En zo blijf je naturlijk lekker bezig. Alsof we niets beters te doen hebben, dan al onze grillen te willen willen.

Hoe onderscheid het -laat ik het maar 'grillige willen' noemen- dat steeds maar weer iets anders verzint om ons bezig en onvervuld te houden, zich van het intuitief ingegeven verlangen dat ons brengt waar we horen te zijn?
En als er zoiets als lotsbestemming bestaat; hoe verhoud zich dat dan tot onze verlangens?
Is, zoals het Boeddhisme leert, verlangen de aanzet tot lijden, of zijn verlangens juist de stemmen van onze engelen die ons de juiste richting in het oor fluisteren en kunnen we kiezen daar wel of niet naar luisteren?
Misschien hebben we beide; een lotsbestemming én bepalen we zelf of we die vervullen. Misschien krijgen we gewoon allemaal een pakketje verlangens, talenten en kansen en is het aan ons om ze te volgen, gebruiken en te grijpen.
Of ze links te laten liggen.

Mijmerend over het onderwerp, struikel ik over een quote:
I don't know if we each have a destiny, or if we're all just floating around accidently-like on a breeze. I think it might be both.

Forrest Gump vroeg het zich dus ook al af....

Maar naar welke stem moet ik luisteren als er zovelen zijn?
Want we laten ons immers door niemand zo grondig om de tuin leiden dan door onszelf en ik weet dat ik niet alles moet geloven wat ik denk.
Misschien stel ik mezelf een betere vraag met: naar welke stem wíl ik luisteren?

En ineens weet ik het:
Naar die stem die het zachtst fluistert, en toch het duidelijkst spreekt:
De stem van m'n hart.