maandag 18 augustus 2008

Apetrots op mezelf

Wat ik uitermate wonderlijk vind, is dat een rot gevoel zo snel - en op het eerste gezicht zomaar - van je af kan vallen.
Loop ik de hele week al rond met onbestendige gevoelens van irritatie, boosheid en zorgen: sinds net sta ik weer om half 10 's avonds uit volle borst met Stevie Wonder mee te zingen en dansend de afwas te doen.
Hoe kan dat en wat moet daarvoor gebeuren?
De hoe vraag vinnik minder interessant, want dat is een lang en psycho-logisch verhaal over hoe de brein werkt. Blijkbaar is ons emotionele hersendeel tot heel wat meer en staat, dan we met ons denken kunnen bevatten en dat vind ik een troostende gedachte.
"Wat moet daarvoor gebeuren?" vind ik echter een interessantere vraag. Want er was een tijd dat ik wekenlang rond kon lopen met een vaag onbestemd vervelend gevoel, dat ik vaak genoeg weg heb proberen te poetsen met net doen alsof er niks aan de hand was en gewoon een heleboel lol maken. Wat natuurlijk altijd maar heel even lukte. Plezier maken is niet het tegenovergestelde van onvrede en het lost het ook niet op.
Maar wat dan wel?
Ik heb inmiddels geleerd en nu dus met succes toegepast: als er iets zit te wringen, moet je het los maken. Als je iets in de weg zit, moet je het opruimen. Als er iets in je keel blijft steken, moet je het ophoesten en doorbijten beter dan wegslikken. Pijn bestrijd je niet met lol, maar met "auw" zeggen. Niet beschuldigend of verwijtend, niet aanvallend of verdedigend, maar gewoon "auw!". Met respect voor jezelf en ander(en). Maar we willen meestal graag zo snel mogelijk weg van de pijn, zonder te weten dat pijn zich enkel uit laat gummen met erkenning.
Erkenning geven aan wat er is: niet altijd even makkelijk.( Liever vechten we tegen de realiteit.)
Toch heb ik dat nu eens een keer wél gedaan.
Ik heb vanuit m'n diepste wezen m'n waarheid gesproken (en daarmee de angst in de ogen gekeken om niet leuk gevonden te worden).
M'n grenzen aangegeven (nadat ik die voor mezelf duidelijk had gekregen) en daarmee duidelijk onderscheid gemaakt tussen wat mijn en dijn is. Verantwoordelijkheid voor m'n eigen gevoelens genomen en uit onvoorwaardelijke liefde voor mezelf en die ander gehandeld. Ik ben voor mezelf opgekomen, zonder m'n 'tegenstander' af te vallen (en dat was makkelijker dan ik dacht, als je daar even je best voor doet), geaccepteerd wat er is, ruimte gevraagd én gegeven, een stapje terug gedaan (waarom had ik daar eerst zo'n moeite mee??)en losgelaten in het vertrouwen dat alles zowiezo goed is, hoe dan ook.
Ik ben uit m'n drama gebleven door me dingen niet persoonlijk aan te trekken of op te pakken, noch in de aanval of verdediging te gaan.
We hebben niet om gelijk gevochten, maar zijn voor geluk gegaan.
Wederzijds respect was daarbij het uitgangspunt.
En met deze ingrediënten zijn er wonderen gebeurd en voel ik me nu bevrijd.
Vervolgens heb ik mezelf een schouderklopje gegeven en die ander een kus.
Bovendien ben ik supertrots op mezelf en dat mag ik.
Want dat is ook zoiets: we zijn er meestal als de kippen bij om onszelf op de kop te geven, maar tevreden en blij mijn met nieuw gedrag, iets wat goed gegaan is, vinden we vaak gewoon vanzelfsprekend en daar lullen we niet over.
Nou, ikke wel deze keer.
Schouderklopje voor mezelf en ik hoop dat ik het er volgende keer weer met een ruim voldoende vanaf breng. Ik kijk bijna uit naar een volgend conflict. ;-)
En als 't dan mislukt, ga ik gewoon nog steeds net zo veel van mezelf houden.
Dat is beloofd.
Want door gewoon houden van, word je goed in wat je doet, dat blijkt nu wel weer.

Lekker niks

Vandaag ga ik alleen maar doen waar ik zin in heb.
En dat is tricky.
Want m'n hele huis is een puinhoop, ik 'moet' m'n postertjes nog aanpassen en af laten drukken. Bovendien is een vriendinnetje jarig en moet ik nog op een kadootje uit. Het eeuwige, heilige moeten...
Misschien word vandaag wel een experiment: Kunnen zin en moeten vrienden worden?
*
Zo'n doen-waar-ik-zin-in-heb dag las ik nu heel bewust in. Tijd voor mezelf in m'n agenda. Daar ben ik goed in...geworden.
Ooit moest ik daar nl. goed in worden. Ooit moest ik leren m'n grenzen te beschermen en daar voor moest ik leren om m'n grenzen te leren kennen en dat was vlak nadat ik ingezien had dat het nodig is om grenzen te hébben.

Het is overigens vrij goed mogelijk om jezelf allerlei nieuwe dingen aan te leren, vind ik. Je hoeft gelukkig niet je hele leven te herhalen wat je van thuis uit meegekregen hebt. Plus dat ontneemt me gelukkig ook meteen het 'zo ben ik nu eenmaal'-smoesje. Ik houd geloof ik niet van smoesjes en al helemaal van smoesjes die ik mezelf vertel.

Vandaag doe ik alleen waar ik zin in heb, omdat m'n lichaam roept dat ik daar aan toe ben.
De neiging die daarbij meteen opkomt is om terug te kijken en me af te vragen of ik dat wel verdient heb. Maar ik weet inmiddels dat dat slechts mijn mind (wie komt er met een goeie vertaling?) is die controle wil houden.

Vandaag doe ik alleen waar ik zin in heb, omdat ik weinig energie heb en een half en een helemaal ontstoken oog heb als waarschuwing.
Ik hoop dat ik nog ooit zover kom dat ik mezelf die tijd kan geen, zonder dat ik eerst gewaarschuwd moet worden door m'n lijf. Gewoon omdat balans belangrijk voor me is en daarvoor is het belangrijk dat 'moeten' afgewisseld word met 'zin in'.
En ik fop mezelf nogal eens, omdat ik bijna alles wat ik moet doen ook zo leuk vind om te doen. Er is zoveel te doen en ik heb er ook gewoon vaak zin in. Maar zelfs dan is het belangrijk om af en toe de heleboel eens even de boel te laten.
Bovendien hoor ik af en toe m'n vader nog achter me staan die zegt: "Als je geen zin hebt, moet je zin maken".
En daarom grijpt mijn lichaam af en toe in.
Omdat ik daar geen zin meer in heb en m'n lichaam blijkbaar beter weet wat goed voor me is, dan ik.

Wat me dit nou weer?

Was ik vroeger 'n niet kapot te krijgen, multitasking, overal voor inne, sterke bikkel van een meid; inmiddels ben ik een zogezegde softie, een watje, een zachtgekookt ei, een HSP-tje.
Vandaag bv. ben ik weer ineens, gewoon door helemaal niets, totaal uitgeput. Lamlendig is eigenlijk een veel passender woord.
Het enige antwoord hierop is voor mij: mezelf volledig en onvoorwaardelijk geven waar ik behoefte aan heb; een hangmat en een goed boek. Gelukkig schijnt de zon.
Maar..WAT ME DIT NOU WEER??? denk ik dan wel.
Evengoed ben ik het gewend van mezelf en ook dat is verontrustend.
Onvoorspelbare aanvallen van vermoeidheid en licht depressieve gevoelend wisselen al jaren regelmatig de wacht met ongebreideld enthousiasme en hevig borrelende positiviteit.Alsof er ergens een kraantje zit wat buiten mijn bewustzijn om, open of dicht word gedraaid.
En wie zit er GVD met die kraan te rommelen?

Blijkbaar kan ik het niet laten om redenen te zoeken bij dit frappante fenomeen.
Nu ben ik al jarenlang een zeer bedreven psychosomatiër. Ik kan nl. uit ooit noodzakelijke zelfbescherming, maar heel moeilijk voelen wat ik nu eigenlijk voel. Ik fantaseer liever dat alles gewoon goed is; niks an de hand...
En dus heeft mijn lijf besloten mij bij de les te houden door allerlei kwaaltjes te ontwikkelen.
Ooit heb ik mezelf zolang kunnen ontkennen dat ik het tot een burn-out heb weten te schoppen, maar ik ben daar inmiddels zo goed als van genezen, op een rug- en nekje vol vliegende kwaaltjes na.
Toch laat zo'n jarenlange uitval door deze mentale, emotionele en fysieke muiterij van je lichaam wel degelijk z'n sporen na, merk ik nu.
Eén daarvan is dat ik niet meer kan vertrouwen op m'n lichaam.
* Herstel*
Mijn lichaam weigert soms te doen wat ík wil, maar handelt daarnetegen in opdracht van een ander aspect van mij dat waakt over mijn welzijn. Zoals een flipperkast met een 'op tilt'-systeem; als ik me ergens over opwind en teveel tegen 't leven aanduw.
Maar wat is er dan nu aan de hand, wat ik weer eens niet wil voelen?
Zou het zomaar te maken kunnen hebben met de ongemerkte spanning die een expositie van m'n nieuwste schiderkunstjes met zich meebrengt? De spanning - daar hebben we 'm weer - van 'goed genoeg' zijn en beoordeeld worden?
't Knijpt wel een beetje als twee langslopende botte bouwvakkers m'n -met liefde in elkaar getimmerde- lijsten van sloophout "leuk voor in de schuur, hahaha" vinden.
Of had ik gewoon - helemaal niks psychosomatisch - niet zo te keer moeten gaan bij het slopen van het hout?
En dat ontstoken rode oog?
Moet ik dat esoterisch benaderen door me af te vragen wat ik, gewoon letterlijk genomen, niet wil zien? Of heb ik 'gewoon' een splintertje in m'n oog gekregen bij het hakken?
Soms is het maar een verwarrende boel op zo'n zelfontdekkingsreis.

donderdag 7 augustus 2008

45

'n Mooie leeftijd vinnik 't, 45.
Het is niet een 45, wat ik me had voorgesteld als 45 toen ik nog 25 was, of 15.
Dacht ik toen, dat je met 45 zo'n beetje klaar was met je leven en het mooiste gedeelte er wel zo ongeveer opzat, nu voelt 45 meer als: ik ben op de helft en nu gaat m'n leven echt beginnen.
Ik hoef nl. niet meer zo nodig, en daardoor word nu juist alles mogelijk.
Bepaalde onzekerheden en angsten van de 'eerste helft', kan ik nu achter me laten. Ik weet beter wie ik ben, wat ik wil, wat ik kan. Ik besef dat ik niet alles moet geloven wat ik denk. Dat datgene wat ik voor waar aanneem, misschien wel gewoon zelfverzonnen is; ooit blindelings aangenomen, zonder ff te checken.
Ik heb geleerd dat angst een slechte raadgever is en je beter kunt luisteren naar je hart en daarbij je angst beter aan kan kijken dan ervoor weg te rennen. Geleerd dat, om in je kracht te komen, je ook bereid moet zijn kwetsbaar te zijn.
Dat je elk moment in je leven voor de keuze staat tussen gelijk of geluk, en dat het niet je kansen maar je keuzes zijn, die bepalen wie je bent. Dat je zelf het voorbeeld geeft voor hoe mensen je zullen behandelen. Zelfrespect iets is wat van binnenuit groeit door lief te zijn voor jezelf, en dat geen mens je dat kan geven als je het jezelf niet geeft. Dat zelfacceptatie leidt tot zelfvertrouwen.
Ik heb gestoeid met m'n innerlijke waarden en m'n leven zo ingedeeld dat ik ernaar kan leven, zodat hoe ik doe, past bij wie ik ben.
Ik weet nu dat je lichaam signalen geeft als er iets mis is en dat je daar maar beter naar kan luisteren; dat een goede gezondheid iets is om heel blij mee te zijn en dat alles wat je doet (dus ook niets doen), een gevolg heeft.
En leven in het hier en nu, met m'n focus op waar ik dankbaar voor kan zijn, schept tevredenheid.
*
Mij hoor je dus niet klagen over het verliezen van m'n jeugd; volgens mij word 't alleen maar steeds leuker, interessanter en makkelijker.
*
Ik heb een kronkelig levenspad gevolgd vanuit jeugd naar volwassenheid. Leren verantwoordelijk zijn voor m'n eigen leven, dat was nog een hele klus. Mezelf en m'n wensen serieus nemen; had ik ook wat te willen dan??
Ja!! Dromen najagen, doelen stellen, van alles willen, doen, bereiken.
Eindelijk begon ik mezelf op een gegeven moment serieus te nemen. Werk maken van m'n leven en hoe ik dat wilde vormgeven.
*
Nu kom ik bij 't punt dat ik mezelf eens fijn wat minder serieus kan nemen. Er hoeft niet meer zoveel, alhoewel alles nog kan. Maar losjeser nu, met meer lichte sprankel en minder druk; een ..hoe zal ik het noemen.. ultiem sourcy-gevoel. Helder, fris en licht bruisend. Vanuit een basisweten in mezelf. Vanuit meer balans. 'n Soort van ijkpunt, vanwaaruit ik mezelf alles kan gunnen maar niet meer van alles moet.
Ik heb met vallen en opstaan geleerd lief te zijn voor mezelf, omdat er eigenlijk niks anders opzit en dat is maar goed ook. Er is niks mis met jezelf waarderen en accepteren en dat heeft niets te maken met verwaand zijn, of egoistisch, maar met zelfbehoud en krachtig zijn. Ik geef mezelf dus niet meer op m'n kop, maar troost mezelf bij mislukking. Val mezelf niet meer af, maar geef steun. En waarempel; waar ik vroeger geloofde tegen deze tijd uitgebloeid te zijn, onstaan weer overal nieuwe knoppen.
M'n lichaam krimpt al, maar m'n geest ontvouwd. Ik heb 't gevoel op een top te staan, zonder dat ik ergens ben. Alsof ik m'n hoofd door de wolken heb gestoken; alsof er een sluier is opgetild en ik dingen nu helder en beter zie. Ik heb de ramen van m'n innerlijk huis gewassen.
Ik kan nu ergens tijd voor maken, zonder dat ik weet voor wat, waarna m'n inspiratie me leidt naar creativiteit en schoonheid maken.
Ik heb het gevoel dat ik nu eindelijk pas bij wie ik ben.
Niets hoeft nog persé, en alles mag.
Ik heb geleerd dat vrijheid niet iets is wat je wel of niet krijgt of hebt, maar iets wat je jezelf wel of niet geeft.
M'n pas is vertraagd, maar niet vanuit vermoeidheid, ontmoediging of zwaarte, maar vanuit kalme rust terwijl ik toch niets aan enthousiasme heb ingeleverd.
Eindelijk voel ik me nu in de bloei van m'n leven.
Oude ballast heb ik van me afgeschud. trauma's, verdrietjes en pijn verwerkt. Klaar om me te laten verassen door het leven. Waar ik eerder persé controle wilde, ben ik nu nieuwsgierig. Deze keer zonder bang te zijn geraakt te worden in pijn.
Juist andersom;
Geraakt worden is tot leven komen.
Pijn en fijn zijn twee kanten van een medaille die ik graag in ontvangst neem.
En alhoewel ik mezelf nog steeds af kan vragen, wat ik later wil worden, besef ik des te meer, dat ik altijd al iets ben geweest. Dat wie ik ben, niet afhangt van de titel voor m'n naam.
"Ik ben moeder, kunstenaar, coach, schrijver, ondernemer...", is veranderd in: "Ik ben waardevol, liefde en kracht.
Nog geen 10 jaar geleden liep ik helemaal vast in het systeem. Ik heb toen, besef ik nu, op een splitsing gestaan en ik kon kiezen tussen verbeteren en verbitteren.
Had ik de moed om anders naar mezelf en de wereld te gaan kijken, m'n ideeën overhoop te gooien? te groeien? open te staan voor nieuw? Of zou ik vasthouden aan mijn idee, mijn opvatting, mijn starre blik en zodoende tegen frustratie aan blijven lopen? tegen de wereld aan blijven schoppen? Vasthouden aan het: zo is het en zo ben ik nou eenmaal-syndroom.
Ik zag aan de ene kant een pad vol hobbels, stekels en diepe kuilen, maar met licht aan de horizon. Aan de andere kant was een vrij egaal pad, dat zich echter alleen maar steeds verder versmalde en in het donker eindigde. Ik ben blij dat ik toendertijd voor de uitdaging; de afslag van verbeteren heb gekozen. Ik heb de hobbels, stekels en kuilen genomen en ontweken en me soms wanhopig afgevraagd of ik nog ooit heelhuids uit het doolhof zou komen, maar ik ben uiteindelijk weer in het licht terecht geraakt.
En natuurlijk loop ik nog regelmatig in de schaduw, maar dat is enkel m'n eigen schaduw en ik ben zelf het licht. Het is een schaduw die maakt dat ik daarna weer extra geniet van de zon. Een schaduw die zelfs regelmatig even verkoeling brengt, tijdens het zinderende avontuur dat leven heet.
45 worden; ik kan het iedereen van harte aanbevelen.